Vandaag heb ik met mijn loopmaatje vanuit Hooghalen een wandeling gemaakt in de gelijknamige boswachterij.
Vanaf voormalig treinstation Hooghalen loopt een 5 km lang pad naar het doorgangskamp Westerbork. Dit werd in het begin te voet afgelegd. Later kwam er een treinverbinding van Hooghalen naar het kamp. Langs het pad staan spoorbielzen met daarop de dag, datum, bestemming en het aantal personen van het transport van die dag. Het eerste transport vond plaats op 15 juli 1942 met bestemming Auschwitz en de laatste van de 97 treinen op 13 september 1944 naar Bergen Belsen. Zo vertrok de 14 jarige Meta ten Brink op 1 juni 1943 naar Sobibor en werd vrijwel direct na aankomst vermoord.
Mijn opa Meijer van Velzen en oma Margaretha Nova gingen 20 juli 1943 met 2207 andere personen naar Sobibor en keerden niet meer terug.
We hebben onderweg een bezoek gebracht aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
In de barakken waren de stapelbedden 3 hoog.
Ruim de helft van 107.000 personen werd op transport gezet naar Auschwitz en een derde naar Sobibor. Een klein deel ging naar Theresienstadt, Bergen-Belsen (o.a. Anne Frank en Ischa Meijer), Buchenwald, Ravensbrück (vrouwenkamp), Vittel en Liebenau (werkkamp).
Etty woonde van 1918-1924 in de Oranjestraat in Winschoten. Voor haar werd in de Oranjestraat een eenvoudig monument opgericht.
In 1949 schonk het Rode Kruis een denkraam aan de "moedige ambtenaren" van Westerbork.
Naast de vaste tentoonstelling is er wisseltentoonstelling. Tot 29 oktober is dat "Een koffer vol" van Jeroen Krabbé. Een onderdeel is het Knopenmonument.
Als jongetje van een jaar of 7-8 vond Jeroen Krabbé een bruine leren koffer onder het bed van zijn moeder, gevuld met haar oorlogsgeschiedenis, waaronder de "gele ster". Thuis werd er nooit over dit verhaal gesproken. Hij heeft zijn moeder Margreet Reiss - die in 2002 overleed - nooit over de oorlogsdagen durven vragen.
Dit koffertje staat symbool voor de koffer van Jeroen zijn moeder. In het koffertje enkele familiefoto's, een brief van Margreet aan zus Els, een poëziealbum en een omslag met het adres Amstelkade 12 Amsterdam.
Het verhaal van Els Reiss - de zus van Margreet en de tante van Jeroen. Els kwam in 1942 in kamp Westerbork terecht en ging pas in september 1944 op transport naar Theresienstadt. Vandaar ging ze naar werkkamp Schlesien in See. Els vond de dood tijdens de dodenmars in februari 1945. Het portret van Els werd in kamp Westerbork getekend door mede kampgevangene Leo Kok.
Het portret van Hans Margules van Jeroen Krabbé.
Buiten het centrum staat een aantal Poolse informatiepanelen. Ze zijn afkomstig uit Sobibor. Dit paneel gaat over kampoverlevende Jules Schelvis.
Vanuit het kamp kijk je door het prikkeldraad naar de woning van de kampcommandant. Om het rijksmonument te bewaren is een glazen overkapping geplaatst.
Het monument De Gesproken Namen. Vanuit deze gerestaureerde wagons klinken de namen van allen die op transport werden gesteld.
Een mierennest.
Op de terugweg naar de auto kwamen we een koe tegen met een wit hartje op het voorhoofd.
Klik hier voor details van de 10.5 km lange wandelroute. Het gebied tussen de twee bussen werd afgelegd met de bus. Je kan dit stuk - ruim 2 km - natuurlijk ook wandelen, maar dan mis je de informatie van de gids.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten