zaterdag 12 december 2015

16 vierkante meter

Vanmiddag heb ik de ledenvergadering van
De Historische Vereniging Westerwolde bezocht.


In de Sprankel in Sellingen zat een volle zaal met leden die naar enige zakelijke mededelingen luisterden naar een voordracht van Joop Tilbusscher uit Feerwerd. Joop is een telg uit drie generaties architecten maar koos zelf een andere richting. Na zijn studie politicologie hield hij zich bezig met werkloosheids- en achterstandsproblemen.

De voordracht ging over arbeiderswoningen op de Groninger dorpen 1900-1950, waarbij de nadruk werd gelegd op Westerwolde. Het Nuts departement speelde een grote rol bij de totstandkoming van de Woningwet 1901. Er werden eisen gesteld aan een woning. Zo moest de oppervlakte minimaal 16 m2 zijn. Het rapport Westerdijk, de inzet van mannen als Middendorp, Post en Rookmaker zorgden voor de oorlog voor een betere huisvesting van de arbeider.


Na de oorlog was het Huibert Ottevanger die met zijn 1000-woningenplan een geweldige bijdrage leverde aan woongenot voor de arbeider.
(foto Leeuwarder courant 17 mei 1971)


De arbeiders leefden in het begin 20ste eeuw onder erbarmelijke omstandigheden in plaggenhutten. Dokter Pieter Bloemers Middendorp (1877-1958) trok samen met fotograaf Tonnis Post door Westerwolde en legde de leefomstandigheden in Westerwolde vast in een fotodocumentaire. Eén van zijn foto's is hierboven te zien.


Door de inzet van dokter Middendorp werden aan de Verbindingsweg tussen 1920 en 1922 naar ontwerp van architect Marinus Jan Granpré Molière dubbele arbeiderswoningen gebouwd. Molière was ook de ontwerper van het Rotterdamse Kralingse Bos. Helaas heeft Tilbusscher deze "Doevehokken" zoals ze in de volksmond worden genoemd niet meegenomen in zijn verhaal.


Wel schonk hij aandacht aan de woningen aan de Vledderkamp (1919), Agodorp (1922), Burgemeester Beinsdorp, Vlagtwedderstraat (1919) en de Schoolstraat (1919)


In het Nieuwsblad van het Noorden van 23 januari 1919 stond bovenstaande advertentie.


In het bijzonder ging hij nog even in op een van de kleinste woningen, perceel Weenderstraat 34.


Het boeiende verhaal van Tilbusscher is in boekvorm verschenen.


Er was bij de arbeiders natuurlijk veel waardering voor het werk van Middendorp en Rookmaker. Rijksinspecteur Van Schuylenburg was het niet eens met de acties van deze twee artsen en stuurde op 2 mei 1924 een ingezonden brief naar het Nieuwsblad van het Noorden.

De woorden "Bouwfraude, gedwongen winkelnering en corruptie" bestonden nog niet. Waren Middendorp en Rookmaker soms vreemde zaken op het spoor waardoor er zo heftig werd gereageerd door Van Schuylenburg ? Middendorp schreef immers "Doch heeft niet dezelfde vergadering van inspecteurs een lijst vastgesteld van architecten, die de woningbouwverenigingen hadden te nemen ? Werden de bouwtypen dezer heeren niet bijna onveranderd goedgekeurd en werden alle plaatselijke architecten daardoor niet in éénmaal op zij gezet?"


Middendorp was boos om de ingezonden brief van Van Schuylenburg en stuurde daarop op 5 mei 1924 een reactie. Tevens geeft hij aan: "Nu de heer Van Schuylenburg is doorgegaan met persoonlijke aanvallen op collega R. en mij - nu zijn wij overeengekomen, al dit geschrijf over te leggen aan den Minister van Arbeid en wij zullen elkander aldaar weder ontmoeten."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten